70. Het laatste hoofdstuk – vaarwel, les Woieries... en bedankt voor de fijne tijd

We kochten de flat in Almere 27 maart. Het was een drukke week: meubels kopen, de verhuizer regelen en vooral Igor vertellen wat we allemaal gedaan wilden hebben.     Juri kwam ook naar Almere en solliciteerde naar een baan in Amsterdam. Natuurlijk gingen Juri en ik ook samen naar de Matthaüs Passion.

De dag voor Pasen reden we terug naar les Woieries, de auto vol met verhuisdozen. Die moeten de komende twee maanden allemaal worden gevuld.
Juri reed ook mee, hij bleef drie weken in Woieries.
Lex en ik ruimden – ruimden – ruimden...zakken en kratten vol gingen de deur uit...14 jaar niet gebruikt = weg! Hebben we daar wat aan op ons flatje? Nee? Weg! Heerlijk! Ontspullen heet dat...

Juri en ik wandelden ‘voor het laatst’ naar de Roc la Tour, ik was wandelen niet meer gewend en was tamelijk kapot toen we weer thuis waren. Veel dingen staan nu in het teken van ‘voor het laatst’.

Eind april werden we uitgenodigd door Marc Bouillot voor een ‘afscheidsetentje’.
We reden naar Thilay, waar we eerst alle, door mij op de computer gezette, CD’s in de telefooncel-bibliotheek zetten. Daarna naar het (piepkleine) huisje van Lloyd en Christine, waar we koffie en thee dronken en de meegebrachte taart opaten (de punten taart werden geserveerd in een soepkom bij gebrek aan bordjes). We wandelden, tussen de buien door, over hun terrein en reden daarna naar Marc, waar Patricia ook aanschoof. Marc kan heel goed koken, we kregen een tafel vol voorafjes, zoals asperges en koude gekookte prei met vinaigrette en mayo, alles zelf gemaakt, heel chique foie gras, die een bevriende restaurateur gisteren expres voor Marc had gemaakt, wortelsalade, hoofdkaas...allemaal even lekker. Als hoofdgerecht varkenswangetjes en peterselie-aardappelen en als toetje gebakken appel uit de oven en aardbeien. Patricia kreeg op haar kop dat ze geen slagroom had gekocht en later, bij het door haar gebakken 2e toetje, appeltaart, dat ze er kaneel had in gedaan, want dat lust Marc niet. Lex lustte de rozijnen niet, dus het toetje werd geen eer aangedaan. Dit alles overgoten met zeer veel champagne en wijn...ik dronk water want ik was de bob.

Het weekend van koningsdag kwamen Daniel en Naoko. Ze sliepen, uiterst tevreden, in de witte kamer. We liepen het huis door om aan te geven wat allemaal achterbleef en ze liepen samen de tuin door (alweer in de regen) om te zien waar alle fruitbomen die ze willen planten, moeten komen en hoe alles er bij stond. Ze liepen ook even mee naar Marcelle om kennis te maken. Guy was daar ook, hij zat gezellig aan de tafel met zijn moeder samen sla uit te zoeken. Guy en Daniel raakten in gesprek over fruitbomen in Woieries, bossen in het algemeen en de politiek van de jacht...

Lex en ik gingen kalmpjes door met uitzoeken, weggooien, weggeven en de voorlopig niet noodzakelijke dingen vast in dozen doen. Op een, eindelijk..., zonnige morgen begin april zagen we voor het eerst ‘onze’ ree weer in de tuin. Ze had een hele dikke buik...we wachten in spanning af of we het kalfje nog zullen zien voor we verhuizen... Mevrouwtje was nog niet weg, of daar zag Lex ook een mijnheer ree, dat was nog niet eerder gebeurd. Hij riep me snel, ik stond net onder de douche en holde, druipend en wel, naar het raam! Zo leuk! (De reeën, niet dat ik droop!).